zondag 24 juni 2007

1. MENNEN MET MIJN PAARD.

Het is een boeiend avontuur om mijn paard ook voor de koets te kunnen spannen. Sarah mijn dochter, is ook al helemaal in de ban van het mennen. Zij wil ook met haar paard de uitdaging aan en is op het menapparaat de Achenbachmethode aan het aanleren. Nu al kan zij met het borsttuig en leidsels met haar paard (Quinton) oefenen.

DE EERSTE STAPPEN:

Ik ben veel gaan luisteren en heb al wel wat gelezen. Het is de beste oplossing niet en volgens mij is het zeker de langste weg om mijn paardje in te spannen, maar ik heb bewust gekozen om deze weg in te gaan. Ik wil zien hoe mijn paard reageert op de verschillende trainingstappen naar het ingespannen paard. En heb besloten om mijn paard zelf te trainen om ingespannen te leren rijden.

Hier wil ik u vertellen hoe ik tewerk ben gegaan en welke moeilijkheden en vorderingen ik vaststel. Ik heb besloten om zeer geleidelijk te werken, stapje voor stapje. Mijn paard Ron (Ronaldo) is nu 12 jaar, het is een werker die niet veel benen hoeft om vooruit te gaan. Het is een paard met een goed karakter en zonder stalondeugden. Hij stapt zelfstandig de van op en ik kan mij niet herinneren dat ik hem heb zien stampen. Het is een uitzonderlijk wandelpaard dat niet uitwijkt voor een metrostel, een houten brug, een boomzaag en zelf om trappen op en af te lopen.

Ikzelf heb veel interesse in trainingpsychologie en ben hierover ook les gaan volgen. Ik kan mijn paard zelf beslagen en ook hoefijzers smeden. Ik heb ook cursus gevolgd van eerste hulp voor paarden. En ben tien jaar bezig met paarden. Ik ben ook lid van de Landelijke Rijvereniging Sint Elooi te Meise. Zo kunt u beter de context waarnemen. Misschien begrijpt u dan ook dat ik mijn paard dit graag zelf zou aanleren.

Stap 1:

Doel: Het paardje leren reageren op sturing met leidsels.

Ik ben begonnen mijn paard te rijden met leidsels.(lange teugels waarmee ik achter hem loop)

Tot mijn grote verbazing reageerde Ron zeer goed op de Achenbach methode. Eerst in dressuurhouding ging het niet zo goed ik stapte achter hem aan en bij vraag ging Ron naar links of rechts buigen maar niet wenden. Dan deed ik hetzelfde vanuit de uitgangshouding, ik stond versteld dit werkte onmiddellijk en zeer accuraat. Ik stond versteld en kon snel in de piste achtjes draaien. Ik besloot de training te stoppen die amper 15 minuutjes had geduurd mijn paard werd sterk beloond als hij het goed deed ik reageerde niet bij een fout.

Stap 2:

Doel: Het paardje laten wennen aan de uitrusting.

Ik deed de tweede week hetzelfde maar met het borststuk aan, de strengen werden op de rug gekruist en de uiteinden aan de achterkant van de billen vastgebonden. Het sturen ging perfect en ik kon zowel in de piste als erbuiten met ongelofelijke nauwkeurigheid achtjes draaien, halt houden, terug vertrekken en in draf rijden. Oefentijd 15 minuten.

Stap 3:

Doel: Het paardje laten wennen aan de uitrusting.

Derde week Ron wordt uitgerust met het borststuk en het schoftje hij wordt gereden met leidsels.

De oefening verloopt goed het sturen zit wat minder maar dit is mijn fout ik hou niet goed contact met de mond omdat ik iets te snel of te traag achter hem loop en zo een onregelmatig mondcontact verzeker. De training verliep goed. Steeds voorzie ik een korte training die niet langer dan15 minuten duurt.

Stap 4:

Doel: Leren trekken.

Met groom (dochter Sarah) die in het begin van de oefening naast Ronaldo meeloopt (na een halve ring lopen laat de groom het paard alleen werken).

Ik ga nu Ronaldo leren trekken. In een zandpiste hang ik aan de strengen een koord en een autoband die zo een 3 meter achterhem aansleept. Ik stap achter hem met leidsels en hij is enkel uitgerust met een borstriem. Een koord op de lende waar de strengen doorlopen zorgt er voor dat hij niet op of over de strengen kan stappen. Het trekken van de autoband verloopt goede en ikzelf sta verbaast hoe er op de koorden getrokken moet wordt. Ronaldo blijft hier zeer kalm bij, zelf in de bochten waar de strengen tegen het buitenbeen komen en vrij strak aansnoeren op het pijpbeen onder het spronggewricht. Ik help hem in te scherpe bochten door een deel van de druk zelf op mijn been te zetten. Ik kan zo, aan mij zelf, goed voelen hoe groot de druk is op zijn been en beter oordelen over wat hij voelt.

Oefentijd 15 minuten. De training verliep goed.

Stap 5:

Doel: leren trekken en ongevoeligheid op de strengen aanleren.

Idem aan stap 4 met groom die in het begin van de oefening naast Ronaldo meeloopt (na een halve ring lopen laat de groom het paardje alleen werken) maar zonder lendekoord. Ik help niet meer in de bochten om de druk van de strengen op het pijpbeen achteraan op te vangen. De oefening is langer 20 minuten, de autoband is iets groter de oefening verloopt goed. De oefening wordt beëindigd door één van de strengen zonder trekken tussen de benen van het paard te voeren. Ik schuur de streng meerdere malen tegen de binnenkant van het been dit lokt geen reactie uit. Het paardje wordt beloond voor zijn werk, niet bestraft als het fout gaat.

Ik voorzie Volgende stappen:

Stap 6 trekken met het schoftje aan.

Stap 7 trekken van een slede

Stap 8 trekken van een slede op de openbare weg.

Stap 9 trekken van een beladen slede.

Stap 10 inspannen in de koets zonder rijden

Stap 11 trekken van een koets.

Stap 12 trekken op de openbare weg.

Indien een stap niet werkt gaan we een stap terug.

Voor elke stap is geen tijd voorzien, indien nodig kan een stap over enkele weken worden uitgevoerd. Er is dus geen tijdspanne op, er wordt géén druk uitgevoerd er wordt positief beloond nooit negatief bestraft. De trainingen worden kort gehouden op basis van negatief belonen.

zaterdag 23 juni 2007

De zevende les mennen.

De zevende les mennen ging over de beenstanden, de voet, alsook het beslag van het paard. Belangrijk om weten is dat het paard géén spieren in het onderbeen heeft. Spieren dienen door hun beweging ook de bloedsomloop in stand te houden. Daar dit niet het geval is in het onderbeen, is een paard hiervoor aangewezen op het pompeffect van het hoefmechanisme. Bij het neerzetten van de hoef zal deze uitzetten en bij het optillen samendrukken. Deze beweging zal de bloedsomloop stimuleren in het onderbeen. De bloedstroom is van groot belang om de nodige voedingstoffen aan te voeren en de giftige afbraakstoffen te laten verwijderen. Als de hoefsmid het ijzer verwijdert zal je duidelijk merken dat de takken van het ijzer, daar waar de hiel draagt, slijtage hebben. De hakken van het paard hebben het hoefijzer ingesleten door het hoefmechanisme en dat is maar goed ook omdat er zo dus bloed in de voet van het paard stroomt. De goede doorbloeding van het onderbeen zal er voor zorgen dat pezen en gewrichten goed functioneren.

vrijdag 22 juni 2007

De vierde les mennen.

Het was weer eens een superles mennen dat Danny in elkaar had gebokst. De passie liep de muren af en Danny genoot van de interesse van iedereen. Voor mij was alles nieuw, en elk woord was goud waard. Het leuke is dat Danny deze cursus geeft zodat iemand die hier helemaal niet thuis in de mensport is er alles van verstaat. Het was een waardevolle avond die handelde over het tuig en optuigen van het ingespannen “paardje” zoals Danny met respect zegt als hij aan zijn of onze paardjes denkt. De deskundige uitleg van het gareel tot de broek en de broeksriem. De risico’s gebonden aan het rijden zonder broek ( we spreken hier van het paard en niet van de menner!). De gevaren bij het verkeerd optomen of verbinden van de strengen aan de koets, werden in lengte en breedte besproken.

Het verbinden van de strengen aan de koets, werden in lengte en breedte besproken. Het was weer een keitoffe avond! Wat mij betreft begin ik een beetje duidelijker te zien hoe een pa
ard in een koets gespannen wordt. Wat heb ik vooral geleerd:

Het borststuk moet het geheel voorttrekken en kan bij verkeerde instelling het paard in zijn werk belemmeren. De keuze van het juiste borststuk en de regeling hiervan moet er voor zorgen dat de motoriek van het paard niet belemmerd wordt. Het borststuk moet zonder hinder in de nek van het paard liggen de juiste vorm van deze riem zorgt er voor dat het paard géén belemmering heeft bij het oprichten van het hoofd. Tevens moet de belasting op de hals door de toestand van de baan, opwaarts of neergaand het paard niet hinderen. De bevestigingen tussen nek en borstriem moeten op een stevige manier aan de borstriem zijn aangesloten. Het doorscheuren van deze bevestiging wil je niet meemaken zegt Danny en ik kan hem goed volgen. Het borststuk valt dan op de knieën van het paardje, met alle gevolgen van dien. Om de borstriem juist op het paard te plaatsen moet je het volgende in acht nemen. Het borststuk mag de luchtpijp van het paardje niet afsluiten het moet zo ingesteld staan dat het er juist onder ligt. De juiste positie ligt ook een handbreedte boven het borstbeen. Het empathy borststuk van Zilco biedt tevens volledige schoudervrijheid wat de beweging van het voorbeen tegoed komt.

(Zilco empathy)

De strengen die het borststuk met de koets verbindt dient zo geregeld te zijn dat het paard een speling heeft van 80 tot 60 cm tot de koets. Deze instelling laat een goede sturing toe en voldoende afstand tussen de hak en de koets. Verder is de verbinding tussen streng en koets een aandachtspunt. Nooit mag een vierkant oog onmiddellijk aan de koets worden bevestigd!

Met dergelijke aansluiting moet een lus worden gemaakt. Deze lus kan met een veiligheidslot aan de dissel van de koets worden bevestigd. Het veiligheidslot, kan door het trekken aan een ring, open springen. Dit slot die uit de zijlsport komt is een must om veilig in te spannen.

Het schoftje, Zoals de naam het zelf zegt dient deze een handbreedte achter de schoft van het paard te worden bevestigd. Eventueel uitgerust met aan de bovenkant een haakje die nu onnuttig is maar in de jaren 1800 het paard verplichte om zijn hoofd op te richten en zo mooier te ogen. De bevestiging van het schoftje moet niet te gespannen aanliggen zeker niet zoals een zadel. Het schoftje is uitgerust met een Hollands oog waar de bomen in vast komen of een Brancardbeugel met veiligheidsluiting waar het lamoen in komt. De veiligheidsluiting haalt het op een Hollands oog omdat bij een incident het paard snel kan bevrijd worden welke druk er ook door de lamoenen wordt uitgevoerd.

De staartriem die uiteind in de culeron dient zo ingesteld dat het schoftje niet kan vooruit schuiven en niet in aanraking kan komen met de elleboog van het voorbeen. ( culeron en Hollands oog moeten steeds na gebruik aangesloten worden om vormverlies te voorkomen).

De broek wordt soms weggelaten maar is niet onnuttig, de broek die aan de billen van het paard aansluit dient een speling van 6 tot 8 cm te hebben. De broek zorgt voor het achteruit duwen van de koets. Ook bij het remmen dient de broek om de koets op te vangen, de aanwezigheid van hydraulische remmen geeft een veiligheidgevoel die het rijden zonder broek in de hand werkt. Het lamoen wordt via de broeksriem bevestigd aan de dissel. De regeling hiervan samen met de regeling van de strengen zal bij acceleratie en bij afremmingen er voor zorgen dan de koets zonder stoten wordt opgevangen. De kwaliteit van de broeksriem is van groot belang om breuk te voorkomen bij het afremmen van de koets of het nemen van een afdaling.

Het lamoen of bomen moeten voor de sturing zorgen en op maat van het paardje zijn ingesteld het paard moet zich niet kunnen bezeren. Bomen kunnen van stoppennen worden voorzien. Ze zijn recht en gaan door een Hollands oog. Het lamoen is aan zijn uiteinden voorzien van een oogvormige ring deze passen in de brancardbeugels. Brancardbeugels kunnen van een veiligheidsluiting zijn voorzien. Dit bevordert de bevrijding van het paardje in geval van nood.

Het hoofdstel is uitgerust met ooglappen de stand hiervan moet er voor zorgen dat het oog van het paard op 1/3 van de bovenkant uitkomt. De bakstukken zorgen voor de juiste positie van het bit. Bij een te lage regeling kan het paard de tong over het bit steken. Bij te hooge staand van het bit zijn de mondhoeken te fel opgetrokken en werkt men niet genoeg in op de lagen. Bij het hoofdstel hoort ook een neusriem en een halsriem. De neusriem staat twee vingers onder de jukbeenderen en is strak aangesloten. De keelriem zorgt er voor dat het paard het hoofdstel niet vanzelf kan uitdoen door zijn hoofd naar beneden te houden. Om dit incident onmogelijk te maken wordt er in de manen net achter de oren van het paard en vlechtje gelegd. Daar gaat dan een lederen veter door die aan het kopstuk wordt gebonden. Een passend hoofdstel biedt voldoende speling achter de oren van het paard. Sommigen kopstukken zijn hier voorzien van een uitsparing.

Het bit is in mijn ogen een groot discuteerpunt. Ik heb zelf een paard dat zeer gevoelig is in de mond en heb steeds mijn bit naar zachter aangepast. Maar hier, en ik heb daar het volste begrip voor, wordt meestal een Liverpool bit gebruikt. De stang gemonteerd op de scharen en dan de kinketting verhogen de grip op het paard, zeker voor een paniekstop. Dit bit bied tevens de mogelijkheid om verschillende regelingen toe te passen. De kinketting wordt zo vastgemaakt dat als de scharen met de mond een hoek van 45° vormen deze druk uitoefent op de kin van het paard. Vooral de handen van de menner spelen hier een grote rol. Bij het onder het zadel rijden zegt men, “er weegt niets zo zwaar op de rug van het paard dan de handen van de ruiter”.

De leidsels worden door de leidselogen van het schoftje gestoken, dan via de ogen van de nekriem aan het bit bevestigd. Men kan de leidsels onder de rugriem doorsteken en dan een lus vormen. Dit doet men een twee tal keer. Zo zitten de leidsels vast en kan er met het paard worden gestapt. In geval van nood kan men de leidsels grijpen. Door de lussen, schieten ze dan los van de rugriem en heeft men contact met de mond. Aan de gesp van de leidsels zit een veter, de pinkriem, deze zorgt er voor dat we tijdens het rijden de leidsels niet kunnen verliezen. De pinkriem gaat om de pink van de linker hand.

LINK NAAR FOTO'S